De invloed van het oedipale complex

Ieder kind doorloopt een oedipale fase tijdens zijn ontwikkeling. Het speelt zich af tijdens de kleuterjaren waarin de zoon gaat beseffen dat hij zijn moeder niet volledig voor zichzelf kan houden, maar dat hij haar met zijn vader moet delen. Het is een centraal conflict in de psychoanalytische ontwikkelingsleer, door Freud genoemd naar koning Oedipus. Het jongetje imiteert zijn vader om in de gunst van zijn moeder te komen en blijven. En tevens ontwikkelt hij een ambivalente houding richting zijn vader: de vader moet verdwijnen, maar ook blijven; hij moet worden bestreden, en wordt daarmee ook gevreesd. Met die vrees ontstaat de zogeheten castratieangst. Een meisje gaat haar moeder imiteren om zo haar vader voor zich te winnen. Hij is haar prins op het witte paard en ze is ervan overtuigd dat ze met hem gaat trouwen als ze later groot is. Moeder is tegelijk haar veilige haven als rivale.
Wanneer dit conflict in deze fase niet wordt uitgewerkt in het kind, kan een oedipuscomplex ontstaan. 

Het oedipuscomplex wordt vaak onderbelicht, men neemt aan dat het niet zo vaak voorkomt. Echter in de praktijk blijkt dat een verstoorde identiteitsontwikkeling en onverklaarde angststoornissen terug te voeren zijn op dit complex.

Een uitdagende cursus die jou als therapeut een extra dimensie geeft tijdens de therapiesessies die je verzorgt.